Of
wij ons op vrijdagavond 29 juni met 7 euro contant en heel veel eten en
drinken wilden melden op de Terbregse Rottekade 27 voor een boottocht
met de vloot van Rotterdam is. Er waren geen toiletten aan boord dus wie
van tevoren nerveus werd kon op nummer 60 terecht.
Ja Laïla, als de nood het hoogst is kom jij te hulp. Mooi is dat.
Ja Laïla, als de nood het hoogst is kom jij te hulp. Mooi is dat.
Nico
wilde ( zijn eerste keer ) de boot niet missen en had zich ruim van
tevoren genesteld op de oever van de Rotte. Hij sliep overigens
onverstoorbaar door terwijl veel anderen ook binnenstroomden.
En
terwijl Paula iedereen een startplek aanwees keek zij uit over het
water, zich afvragend of er ook muziek en teksten nodig waren. Intussen
kwamen er ook wat Zakinthosgangers voorbij die een extra boottochtje ook
wel zagen zitten.
Jolanda
visualiseerde alvast wat losmaakoefeningen voor het geval Herbert de
boot zou gaan missen, maar die angst bleek ongegrond.
De maestro himself verscheen plotseling vanachter het altijd groene buxushegje. Intussen keek Aart welke sopranen naast hem zouden komen zitten. Het werden tenoren, maar ook met hen kan hij als het moet meezingen.
De maestro himself verscheen plotseling vanachter het altijd groene buxushegje. Intussen keek Aart welke sopranen naast hem zouden komen zitten. Het werden tenoren, maar ook met hen kan hij als het moet meezingen.
Er
waren ook 2 heel lieve stewardessen die ervoor zorgden dat er in de
koelkast voldoende "cooling-down" was. Onze toekomstige kapitein liet
zien dat hij goed met lasso's kon werken. Een geruststellend gevoel.
Toen
iedereen er klaar voor was werden wij van harte welkom geheten en wie
het niet zelf kon werd aan boord getild ( soort Rootsbaan ). Het
beloofde een mooie cruise te worden.
Omdat
we met meer dan een boot waren , waren er twee. Een echt keuzemoment.
Met wie en waar wil ik in hetzelfde schuitje zitten. Ach eigenlijk
verliep het allemaal heel vlot, al misten wij _ zeker later - een
dirigent om ons melodieus te houden.
Eindelijk
was het zo ver. De vloot kon uitvaren. Onze schipper was El Alma. Zij
was voor de eerste keer stuurvrouw en zou later uitgroeien tot de ziel
van ons schip. Vele malen zongen wij haar ter bemoediging toe. Ik had
haar overigens wel een echte kapiteinsmuts toegewenst.
Het
gaf wel een gespleten gevoel om de andere boot voor, naast of achter
ons te zien varen. Daar immers uitte Herbert aan Marleen zijn
teleurstelling over het prachtige lied "Stemming", dat niet geworden was
wat hij er in Amsterdam van gedacht had.
Ontstemd bijna.
Ontstemd bijna.
Soms dreven wij zover uit elkaar dat onze dirigent zich af vroeg of het deze avond nog wel zou komen tot een Gesamtkunstwerk.
Bezorgd tuurde hij de horizon af.
En toen besloten onze kapiteins onze sloepen samen te voegen tot een groot geheel en zo gezegd zo gedaan.
En
ja dat werkte. Ineens was hij er. Omringd door stralend gouden zonlicht
en met een been in elke boot: " ONZE GROTE ROERGANGER ".
Een
zucht van verlichting vulde plotseling het vooronder met
mildheid en vocaliteit. De lucht kleurde blauw. De wind ging liggen en
er klonk een bedeesd Alleluja, dat weldra uitgroeide tot een groots
Mnojagaletha.
Zelfs de bomen aan beide kanten leken te buigen:
Herbert was here !
Wij zongen verbonden uit volle borst. De flessen wijn gingen open en de seizoensvruchten ( inclusief de oude kaas ) gingen rond.
Omdat er ook nog buren van de kapitein hier woonden ( Terbregge is van oudsher wat ongelovig ) besloot hij naar de stad te gaan varen.
Omdat er ook nog buren van de kapitein hier woonden ( Terbregge is van oudsher wat ongelovig ) besloot hij naar de stad te gaan varen.
Ook dat was leuk, vooral toen we onder een brug door moesten varen waarbij muzikale hoogstandjes niet aan te bevelen waren.
Koppie onder werd het, zoals te zien op een archieffoto.
Helaas is daar geen actuele foto van, maar het filmpje hier in de buurt laat zien hoe dat gebeurde.
Eenmaal
onder de brug door en de angst doorstaand hebbend werd er geroepen om
een plaspauze ( alsof we een groep werkzame buschauffeurs waren ). Daar
stak de admiraal meteen een stokje voor, omdat de boot te hoog in het
water zou komen te liggen en we dezelfde brug weer moesten passeren.
Uiteindelijk
waren we weer blij en opgelucht dat we weer in de grote wijde ruimte
terecht kwamen. Het bleef ook maar steeds licht. Ja, het was een heel
bijzondere avond.
En
eenmaal aan land zongen wij in Huize Laïla blije en serieuze liederen
tot het echt donker werd en de vuren in de tuin opvlamden.
Er werd rondom gekust als nooit tevoren.
Er werd rondom gekust als nooit tevoren.
Het was weer een mooie afsluiting geworden.
Met
dank aan onze kleine roerganger Franca, een vrouw die weet wat een
captainsdinner inhoudt en die dit weer heel goed georganiseerd had.
Alleluja !
Alleluja !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten